Hoofdinspecteur Bouwe Kalma van de gemeentepolitie Rotterdam haalt zich de woede van het voltallige korps op de hals. Hij loopt mee in een demonstratie van mensen die zich solidair verklaren met de extreemlinkse RAF. Maar dat is nog niet alles. Als de betogers zich tegen de politie keren, staat Kalma ertussen en doet niets. Zijn collega’s vinden dat onvergeeflijk. Het kost Kalma zijn carrière. Bouwe Kalma gaat in 1946 aan de slag bij de Rotterdamse politie. De Fries maakt indruk op collega’s met zijn onberispelijke staat van dienst als hoofdinspecteur van de zeden- en kinderpolitie. “Hij kan helder over de zaken nadenken en praten”, zo typeert oud-hoofdinspecteur Jan Blaauw zijn voormalig collega. “Gewoon een goed rechercheman”. Bouwe Kalma 1977 (foto: Nationaal Archief) Links Maar Kalma valt om nog een reden op. Hij is uitgesproken links en bovendien principieel tegen geweld. Hij is de eerste politieman die lid wordt van de Pacifistische Socialistische Partij (PSP). En hij loopt mee in demonstraties. In burger, dat wel. Rode vlag Kalma demonstreert in de jaren ’60 mee met de PSP tegen apartheid in Zuid-Afrika, het bewind van Franco in Spanje en de oorlog in Vietnam. Ook zwaait hij een keer met een rode vlag tijdens een betoging. “Dat kon volgens sommigen niet”, zegt Kalma in een terugblik. Achter zijn rug wordt aan een dossier tegen Kalma gewerkt. Maar daar komt hij pas achter als hij in oktober 1977 meeloopt in een demonstratie tegen de manier waarop West-Duitsland gevangen leden van de Rote Armee Fraktion (RAF) behandelt. RAF Linkse terroristen van de RAF houden eind jaren ’70 West-Duitsland in de greep. Ze plegen allerlei aanslagen tegen de gevestigde orde. Enkele RAF-leden proberen uit handen van de politie te blijven door zich schuil te houden in Nederland, onder meer in Utrecht. Als de Utrechtse politie in september 1977 RAF-lid Knut Folkerts wil arresteren, schiet die een agent dood. Een maand later worden in Duitse cellen drie RAF-terroristen dood gevonden. Ze hebben schotwonden, maar de officiële doodsoorzaak luidt ‘zelfdoding’. Aanhangers van de RAF geloven daar niks van. Ze denken dat de Duitse autoriteiten de hand hebben gehad in de dood van het drietal. Duits consulaat RAF-sympathisanten demonstreren op 27 oktober 1977 voor het Duitse consulaat aan de Parklaan in Rotterdam. Ze scanderen: “Hun strijd, onze strijd, internationale solidariteit!” Onder de betogers is ook Bouwe Kalma. Op een gegeven moment keren de demonstranten zich tegen de aanwezige politie. Ze schelden de agenten uit voor fascisten en zwarthemden. Bouwe Kalma staat tussen de betogers en doet niets, tot verbijstering van de agenten. “Zij voelden zich zwaar belazerd”, herinnert Jan Blaauw zich. Kalma zegt later dat hij geen moment heeft overwogen om weg te lopen van de demonstranten. Hij staat pal achter de betoging. Maar niet achter de beledigingen die de demonstranten naar de agenten riepen. Telegram Zijn collega’s snappen niets van zijn opstelling. Door gewoon tussen de betogers te blijven staan, wekt Kalma de indruk dat hij de scheldwoorden onderschrijft. Agenten zijn woedend. Blaauw verwoordt de stemming: “Daar stond een van ons! Notabene een hoofdinspecteur van politie! Dat pikken we niet! Wat hebben we nog aan die man!” Een van de politiechefs stuurt een telegram naar de Rotterdamse burgemeester André van der Louw met de tekst dat hij en zijn mensen niet meer met Kalma wensen samen te werken. “En daar hebben zich anderen bij aangesloten”, zegt Blaauw. De sfeer in het korps is voorgoed verpest. Bouwe Kalma (2002) Telefoontje Kalma: “Op een gegeven ogenblik waren de gemoederen zo hoog opgelopen dat ik een telefoontje kreeg dat ik beter niet op het bureau kon komen.” De kans zou bestaan dat er iets met hem zou gebeuren wat zijn collega’s misschien niet zouden kunnen voorkomen. Hugo Pennarts, destijds advocaat van Kalma, blikt terug: “Dit was de druppel. Achteraf bleek dat er een heel dossier over hem was met allerlei feiten die veel minder belangrijk waren dan dat verwijt van die demonstratie. En er hebben commissarissen grote druk uitgeoefend op Van der Louw ook. En toen is er inderdaad een aanwijzing uit Den Haag gekomen. Een klacht over Kalma.” Den Haag De klacht uit Den Haag, waar Pennarts op doelt, komt van procureur-generaal mr. W.A. Baron van der Feltz. Hij vindt dat Kalma niet langer zijn werk kan doen in het korps Rotterdam. In NCRV’s Hier en Nu (1977) zegt hij: “U moet wel in het oog houden dat er een hele ontwikkeling is geweest vóór die 27ste oktober en dat er vele incidenten zijn geweest. Er is geleidelijk een escalatie tot stand gekomen, de spanningen zijn erg opgelopen.” Van der Feltz dringt aan op overplaatsing van Kalma naar een politiebaan buiten de recherche en de vreemdelingendienst. Kalma weigert. Hij ziet een overplaatsing als een beroepsverbod, “bedoeld om de politie te ontdoen van linkse ideeën.” Burg. Van der Louw 1976 (foto: Nico Mes op Wikipedia) Van der Louw De zaak brengt de Rotterdamse burgemeester Van der Louw in een lastige positie. Willem van den Bos, advocaat van Kalma: “Van der Louw was naast burgemeester ook prominent lid van de PvdA en wel van Nieuw-Links. Kalma was een PSP-er. Hun gedachtegoed raakte elkaar. Van der Louw stond eigenlijk tussen twee vuren. Hij had te maken met een rebellerend politiekorps waarvan alle commissarissen zeiden: Kalma eruit of wij eruit.” Van der Louw besluit uiteindelijk om niet verder te gaan dan een schriftelijke berisping. Kalma vecht die tot twee keer toe aan, maar tevergeefs. Ondertussen is werken voor Kalma onmogelijk geworden. De relatie met zijn collega’s, ook bij kinder- en zedenzaken, is slecht. Niemand wil meer met hem samenwerken. Als Kalma een geboortekaartje in zijn bus vindt van het kind van de politieman die in Utrecht werd gedood, vertrekt hij. Hij krijgt eervol ontslag en wachtgeld. Spijt Kalma heeft later nooit met spijt teruggedacht aan zijn deelname aan de demonstraties. Natuurlijk zijn die zijn carrière niet waard geweest, moet hij toegeven. “Maar het is een feitelijkheid”, zegt hij met Friese nuchterheid. Gebeurd is gebeurd. Kalma wordt in 1979 lijsttrekker voor de PSP bij de verkiezingen voor het Europees Parlement. Maar de PSP haalt geen enkele zetel. Kalma overleed op 25 juni 2011.