Mensen die wonen in Pernis, Hoogvliet of Rozenburg weten het maar al te goed: het kan een keer mis gaan met al die chemische industrie in het Rotterdamse havengebied. En als het een keer mis gaat, dan zijn de gevolgen groot. Inwoners van Pernis en Hoogvliet merken dat op 20 januari 1968; de dag dat er een explosie is bij Shell Pernis.

Shell-dorp Hoogvliet

Foto: Ministerie Sociale Zaken en Volksgezondheid

Foto: Ministerie Sociale Zaken en Volksgezondheid

Hoogvliet is eind jaren ’60 een typisch ‘Shell-dorp’. Hele families werken er, van generatie op generatie, bij de raffinaderijen van Shell. In het noordelijk deel van het plaatsje kijken de mensen zo vanuit het keukenraam naar de schoorstenen van Shell.

Rick Verbaas (toen 13 jaar) woonde in de Ferdinand Huyckstraat. Het is iets voor half vijf in de ochtend. Hij ligt nog te slapen, want hij moet naar school, ook al is het straks zaterdagochtend. Zijn vader is aan het werk bij Shell. “We werden wakker en hoorden een raar soort stilte”, zegt Rick. “Een soort geruis, gerommel en dan een klap. Ramen die niet meer bestaan, gordijnen die door glassplinters vast zitten in het plafond.”

Na de ontploffing kruipen Rick en zijn broertjes allemaal uit bed. Voorzichtig, want er ligt overal glas. “Het huis was een ravage, maar er was niemand gewond”, beschrijft hij.

De vader van Rick is niet thuis. Hij was aan het werk bij Shell. Hoe het met hem vader is, weet Verbaas dan nog niet. Moeder probeert te bellen, maar kan Shell niet bereiken.

Foto: Ministerie Sociale Zaken en Volksgezondheid

Foto: Ministerie Sociale Zaken en Volksgezondheid

Glassplinters als punaises in het plafond
Verderop in de straat woont de familie Van den Berg. Ook in hun huis is er geen ruit meer over. Moeder Gerda (toen 34 jaar) haast zich na de klap naar de kamers van haar drie kinderen. Zij komen ongeschonden tussen het glas vandaan.

Hoe groot de klap is geweest, blijkt wel aan de ravage in de kamer. De gordijnen zitten ook hier vast in het plafond. “De glassplinters waren een soort punaises”, zegt Gerda. “Die moest je er één voor één uittrekken, om het gordijn naar beneden te krijgen.”

Langzaam maar zeker ontstaat er in de straat een goed beeld van de schade. Veel glas is kapot en in januari, met de winterse temperaturen, is dat geen pretje. Van den Berg: “De eerste houten platen waren al een paar uur voor het raam geplaatst. En er kwamen mensen om te helpen bij het opruimen van al het glaswerk. En dan heb je het met anderen over wat er gebeurd is. En of er niemand gewond was. Dat vonden we ook het belangrijkste, dat de kinderen niet gewond waren.”

Foto: Ministerie Sociale Zaken en Volksgezondheid

Foto: Ministerie Sociale Zaken en Volksgezondheid

Hoe is het met de mensen bij Shell?
Verderop in de Oliebuurt in Hoogvliet woont Peter Konings. Zijn vader werkt bij Shell, maar is ten tijde van de explosie thuis. “Hij is toch op de fiets gestapt en naar Shell gereden”, zegt Peter. Onderweg kwam hij een collega tegen die in zijn onderbroek schreeuwend over straat liep. Die stond waarschijnlijk te douchen en was zo geschrokken dat hij nog net een onderbroek had aangetrokken en daarna zo naar Hoogvliet is gaan rennen.”

Maar hoe het gaat met de vader van Rick Verbaas dat blijft nog steeds onduidelijk. Als na een paar uur de familie Verbaas nog steeds niets heeft gehoord, gaat de oudste broer van Rick op de fiets naar Poort 5 van Shell. Maar hij komt zonder enige informatie terug.

Pas rond een uur of drie, zo’n negen uur na de explosie, ziet Rick zijn vader terug. Hij was gewond geraakt bij de klap en moest geholpen worden aan een wond aan zijn neus. Hij was vanaf het Shell-terrein per schip overgebracht naar een Schiedams ziekenhuis. Daarna is hij zijn brommer op gaan halen en naar huis gegaan.

De Afloop
Pas in de maanden daarna komen de vragen over de oorzaak van de explosie en de gevaren waaraan de bewoners van Hoogvliet en Pernis zijn blootgesteld.

Uit onderzoek bleek dat olieafval was achtergebleven in een van de tanks. Een deel daarvan verdampte en vormde een explosief mengsel. Door nog onbekende oorzaak is daar een vonkje bij gekomen, waardoor het mengsel ontplofte, staat te lezen in een rapport van het Ministerie van Volksgezondheid.

Foto: Nationaal Brandweer Documentatiecentrum

Foto: Nationaal Brandweer Documentatiecentrum

Bij de explosie komen twee werknemers van Shell om het leven. Er raken tientallen mensen gewond, vooral door rondvliegend glas.

“We begrepen het niet”, zegt Van den Berg. “Shell is een groot bedrijf, daar weten ze vast wel wat ze doen”. Volgens Verbaas is door de klap “het naïeve er wel een beetje afgegaan”, want “het blijft chemie.”

Van den Berg, ten tijde van de klap in verwachting van haar vierde kind, verhuist een paar jaar later naar Spijkenisse. “En daar ben ik best blij om”, zegt ze. “Als je hoorde dat er bij Shell weer wat stoom ontsnapte, stond je hart weer stil. Ik was erg blij dat mijn man een huis ergens anders wist te vinden. Want dat er weer iets mis zou gaan bij Shell is altijd mijn grote angst geweest.”

 

Documentaire van Walter Tempelman over de plof bij Pernis