+4 Gespleten gezinnen, verscheurde vriendschappen en predikanten die hun huis kwijtraken. De samenvoeging in 2004 van de hervormde, gereformeerde en lutherse kerk tot PKN gaat niet altijd zonder slag of stoot. Zeker niet voor de mensen die eigenlijk helemaal niets zien in deze opgelegde samenwerking. “Vaders en moeders die naar de ene kerk gaan en kinderen die naar de andere kerk gaan”, vertelt Cees Visser, predikant uit Hardinxveld. “Op verjaardagen wordt er graag over de kerk gesproken. Dat kon nu niet meer. De spanning was hier in Boven-Hardinxveld goed voelbaar. Dit littekens zijn nog zichtbaar.” In een oud fotoboek laat Visser een paar plaatjes zien. Op de foto’s staat een oude fabriekshal. “Een timmerfabriek”, zegt de predikant. “Elke vrijdagmiddag omgebouwd tot kerkruimte. Op maandagochtend werd het weer een plek waar gewerkt werd. En dat drie jaar lang. Maar we hadden niets anders.” Een versplinterde kerk Nederland kent misschien wel tientallen religieuze christelijke stromingen. Van Rooms Katholiek (nog altijd de grootste groep) tot aan verschillende soorten Hervormd en Gereformeerd. “Na de scheiding van kerk en staat zag je dat de overheid geen grip meer hard op het religieuze bestaan in Nederland”, vertelt de Dordtse kerkhistoricus Fred van Lieburg. “Je ziet dat kerken zich splitsen, mensen die zich afscheiden, een soort vrije marktidee.” Vooral in de jaren ’50 en ’60 van vorige eeuw begint die versplintering steeds meer predikanten tegen te staan. Een zogeheten Groep van Achttien komt in 1961 bij elkaar met het idee om een paar stromingen samen te voegen tot de Samen-op-weg-kerk. Het idee krijgt later de naam PKN (Protestante Kerk Nederland). Maar in de tussentijd verandert er veel binnen de Nederlandse kerkwereld. “In het begin waren de Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerk nog tamelijk geestverwant”, legt Van Lieburg uit. “Maar later maken de gereformeerden een omslag. Veel hervormden hadden zoiets van ze hebben ons eigenlijk links ingehaald. Ze zijn er destijds uitgestapt omdat wij te zwaar waren, maar nu zijn ze zo licht geworden dat we er nu moeite hebben om met zo’n kerkgenootschap weer één te worden.” Het is vooral binnen de Hervormde Kerk waar de weerstand het grootst is. Zo’n 50 tot 100 predikanten twijfelen of het wel zo verstandig is om mee te gaan in de fusie. Vooral de belijdenis (een openbare getuigenis van het geloof) is een heet hangijzer. “Kort samengevat staat in de nieuwe belijdenis van de PKN dat de heilige doop noodzakelijk is voor het heil”, legt predikant Visser uit. “Dat zou betekenen als een baby ongedoopt sterft als het niet gedoopt is, dan zou het niet goed voor het kind aflopen. En dat zou ik niet voor mijn rekening willen nemen.” De fusie gaat door Ondanks de weerstand binnen een deel van de Hervormde Kerk krijgt de nieuwe fusiekerk steeds meer vorm. Met of zonder de opstandige predikanten, is de mededeling. “Er is wel geprobeerd om mij mee te krijgen”, zegt Visser. “Maar daar heb ik ‘nee’ tegen gezegd, welke consequenties dat ook zou hebben.” Die consequenties zijn groot. “Ik kreeg van de PKN te horen dat ik niet meer in hun midden stond”, vertelt Visser. “In feite ben ik uit het ambt gezet”. “Dat hield in dat predikanten hun baan kwijtraakten, hun salaris en ook hun ambtswoning”, gaat Van Lieburg verder. “En dat was niet alleen zo in Hardinxveld, maar op veel meer plekken, vooral in de Bible Belt.” “Het betekende wel dat de PKN geen zeggenschap had over mij”, vervolgt Visser. “Op het moment dat de breuk daar was, was ook daar een breuk in zeggenschap over de gelovigen die niet meegingen.” Hoe nu verder? Geen baan, geen huis en geen vooruitzichten, het zag er niet prettig uit voor de opstandige predikanten in 2004. “Ik ben daarna een beetje onttrokken geweest in alles wat er is gebeurd”, zegt Visser. “Ik had zoiets van ‘laat dit ar aan de mensen zelf over, zij moeten zelf de keuze maken wat ze doen na 2 mei’ (de datum van de fusie, DD).” Korte tijd later wordt Visser benaderd door plaatsgenoten die hem de vraag stellen of hij bereid was om bij hen voor te gaan in de dienst. Ook zij wilden niet mee met de PKN. Visser: “Natuurlijk, heb ik gezegd. Maar ik had geen idee wat er zou gaan gebeuren.” Foto: Google Streetview Visser weet wel dat een timmerfabriek in het dorp beschikbaar is gesteld als kerkruimte. Maar hoeveel mensen er zullen opdagen is onbekend. “Het maakte voor mij niet uit”, gaat Visser verder. In het fotoboek van Visser is te zien dat de hal gevuld is met stoelen. “Vrijdag stonden daar nog allemaal machines”, glimlacht Visser. “En op een soort galerij stond een orgeltje. Ook stonden er 350 stoelen opgesteld.” En zo is het ruim drie jaar lang gegaan. “Het gaf wel een warm gevoel”, zegt Visser. “Elke week was een hele ploeg bezig om de fabriek in te richten als kerkruimte en vervolgens weer tot fabriekshal.” Eigen kerkgebouw Na drie jaar had de kerk genoeg geld verzameld om een eigen kerkgebouwtje neer te zetten in het dorp. Daar is plek voor 400 mensen. De Hersteld Hervormde Kerk, zoals de nieuwe stroming heet, is een van de weinige kerken die nog groeit in ledenaantal. Maar om nu van ‘eind goed, al goed’ te spreken, gaat Visser veel te ver. “De hele scheuring heeft littekens opgeleverd in het dorp. Tot vandaag blijf ik het een verdrietige zaak vinden. Ook al heeft de Heere gezorgd voor onderdak en onderkomen, het blijft jammer. Wat dat betreft maken we hier op aarde er maar een potje van.”