Rotterdam is de op één na grootste stad van Nederland. Maar het had maar weinig gescheeld of de stad zou zijn opgeknipt en samen met andere gemeenten zijn opgegaan in een Stadsprovincie. Maar een overduidelijk ‘nee’ van de Rotterdammers hield de vorming tegen. Sommige problemen op het gebied van economie, verkeer en woningbouw spelen niet alleen in Rotterdam. Denk aan openbaar vervoer, het aantrekken van bedrijven, spreiding van de woningbouw en zorg voor natuurgebieden. Dit soort zaken kun je beter gezamenlijk aanpakken. Een stadsprovincie zou een goed idee zijn, zo wordt begin jaren ’90 bedacht. Om te voorkomen dat Rotterdam een veel te grote stem krijgt in die provincie, moet de stad worden opgedeeld in elf stukken. De provincie zou dan uit 28 gemeenten gaan bestaan: Stadsprovincie (afbeelding van weblog Theo Coskun) 1. Kralingen 2. Prins Alexander 3. Overschie 4. Hillegersberg 5. Feijenoord 6. IJsselmonde 7. Bleiswijk 8. Delfshaven 9. Noord 10. Charlois 11. Vlaardingen 12. Schiedam 13. Berkel en Rodenrijs 14. Hoek van Holland 15. Maassluis 16. Bergschenhoek 17. Capelle aan den IJssel 18. Hoogvliet en Pernis 19. Rozenburg 20. Brielle 21. Westvoorne 22. Hellevoetsluis 23. Bernisse 24. Spijkenisse 25. Albrandswaard 26. Krimpen aan den IJssel 27. Barendrecht 28. Ridderkerk De nieuwe stadsprovincie moet op 1 januari 1997 een feit zijn, staat in een stuk dat begin 1995 is ondertekend door burgemeester Peper. Een groot deel van de Rotterdamse gemeenteraad is verbijsterd. De raad is nergens van op de hoogte. De inhoud van het stuk blijft onbekend. Opdeling Rotterdam opdelen in stukjes? Dat is wel even wennen voor de Rotterdammers. Als ze van de eerste schok bekomen zijn dan weten ze zeker: Echt niet dat Rotterdammers toestaan dat hun stad in stukken wordt gehakt. De kersverse lokale Stadspartij van Manuel Kneepkens voelt dat aan. “Een deel van mijn aanhang was heel fel daarop”, blijkt Kneepkens terug. “Een Rotterdammer is heel trots op zijn stad, dat moet je niet zomaar weggooien.” Maar de Stadspartij heeft maar twee zetels in de Rotterdamse gemeenteraad en kan daarmee geen potten breken. Een meerderheid van de raad is namelijk vóór het plan van de stadsprovincie. “Maar gelukkig zat D66 in het College”, gaat Kneepkens verder. “En die partij is altijd voor zeggenschap voor de burger en dus kwamen zij met het idee om een referendum te houden.” Bram Peper, burgemeester van Rotterdam en groot voorstander van de stadsprovincie, is niet blij het vooruitzicht van een referendum. Ondertussen begint de Stadspartij een reclamecampagne om tijdens het referendum tegen de Stadsprovincie te stemmen. Er worden flyers vanuit een vliegtuigje over de stad uitgegooid. Ook worden er door ‘de Stadspartizaan’ posters opgehangen met een foto van Peper met de tekst erboven ‘ik wil Rotterdam opheffen’. Er worden regels voor het referendum opgesteld. Van de ruim 470.000 stemgerechtigde Rotterdammers moeten minimaal 170.000 zijn of haar stem uitbrengen (36%). Vreemd En daarmee ontstaat wel een vreemde situatie. De Rotterdammers mogen stemmen over een plan dat de hele regio aangaat, maar ze zijn wel de enige die hun mening kenbaar mogen maken. Steden als Spijkenisse, Barendrecht, Vlaardingen en Schiedam moeten dus maar afwachten wat er in Rotterdam wordt besloten. Burgemeester Vleggeert van Spijkenisse: “Meer dan de helft van de inwoners van de te vormen Stadsprovincie wordt compleet buiten dit verhaal gehouden. Dit referendum is daarom veel te laat gekomen.” Hij schrijft in een opiniestuk dat het hele referendum wel de vorming van de Stadsprovincie vertraagt en daar is hij niet blij mee. Ruime meerderheid tegen In de week voor het referendum houdt Radio Rijnmond een opiniepeiling onder de Rotterdammers. Zo’n 70 procent van de mensen die naar de stembus gaat is tegen het plan. Een overgrote meerderheid dus. Dat is wel even schrikken voor politici. PvdA-wethouder Kombrink: “Ik ken de peilingen. Ik moet rekening houden met het feit dat de meerderheid nee zal zeggen. Maar hoe groot die meerderheid is, moet nog blijken. Ik wil daar nog geen politieke gevolgen aan verbinden.” Ook spreekt Amsterdam zich uit over een soortgelijk plan. Daar stemt 92% van de kiesgerechtigden het plan voor de stadsprovincie weg. Zijn het er genoeg? Het regent op 7 juli 1995. Dat is geen goed teken voor het nee-kamp. Een ruime meerderheid zal tegenstemmen, zo is de overtuiging, maar wordt de vereist opkomst van 170.000 mensen wel gehaald? Het zal er om gaan spannen. In de ochtenduren komt al vrij snel het nieuws dat al ruim 10 procent van de Rotterdammers is gaan stemmen. Burgemeester Peper, die het stadhuis verlaat om naar Den Haag te gaan, wilt er niet op reageren. “Het is nu aan de Rotterdammers om hun stem te laten horen”, zegt hij tegen verslaggever Thijs Blom. “Nee, ik heb nog niet gestemd. Dat doe ik vanavond.” “Ik heb de hele folder een paar keer doorgelezen”, laat een kiezer bij het stembureau weten. “En ik snap eigenlijk niet wat er nu van me wordt gevraagd. Tsja, dan wordt het een ‘nee’.” Een andere stemmer zegt dat ze het allemaal niet zo ziet zitten. “Rotterdam moet gewoon Rotterdam blijven”, gaat ze verder. Het hele verhaal over de Stadsprovincie maakt deze mevrouw al helemaal niets meer uit. “Ze hebben zeker weer een zootje scharrelaars gevonden die een vetgevreten baantje nodig hebben”, zegt een man in Hoogvliet. “Ik zeg nee.” De voorzitter van het stembureau laat weten dat hij voor de opdeling van Rotterdam heeft gestemd. “Hoogvliet is altijd een deelgemeente geweest die buiten Rotterdam viel.” Tijdens een extra verkiezingsuitzending op Radio Rijnmond hebben de mensen uit het ‘nee-kamp’ een glimlach op hun gezicht. Het lijkt erop dat meer dan genoeg Rotterdammers de gang naar de stembus hebben gemaakt. Het zijn er in totaal 193.000. Daarvan stemde 86% tegen het plan. Dat zijn er zelfs meer dan bij de opiniepeiling. Is daarmee het plan van de baan? In eerste instantie niet. De gemeenteraad komt een typisch Nederlandse polderoplossing. Als de Rotterdammers niet willen dat hun stad in elf delen wordt opgesplitst. Dan doen we dat toch niet. Dan kiezen we voor vijf stukken. Daar ging het referendum niet over. Probleem opgelost. Wethouder Kombrink, verantwoordelijk voor het proces, hoeft van de gemeenteraad niet op te stappen en blijft dus op zijn plek. Maar ook in de raad is de tendens dat het massale ‘nee’ nog niet het einde betekent van de Stadsprovincie. Sommige deelgemeenten, die een zelfstandig voortbestaan nu in rook op zien gaan, reageren wel teleurgesteld. De discussie verplaatst zich daarna naar de Tweede Kamer, die het laatste oordeel heeft. Daar wordt in februari 1996 op voordracht van PvdA-kamerlid Van Heemst het plan aangepast. Rotterdam wordt definitief niet opgesplitst. Voor Staatssecretaris Van de Vondervoort is dan de maat vol. Een ongedeeld Rotterdam krijgt teveel te zeggen in de nieuwe provincie. Ze trekt daarop het plan in, waarmee er een definitief einde komt aan de Stadsprovincie. De Stadsregio Rotterdam is een overblijfsel van de poging om tot een Stadsprovincie te komen. In 2015 gaat de Stadsregio over in de Metropoolregio met Haaglanden.