Twee kapotgeslagen mariabeeldjes en wat boekbanden. Meer is er niet dat herinnert aan de Beeldenstorm die in 1566 door Brielle trekt. Maar de geuzenstad is maar een van de weinige slachtoffers in onze regio. Want in grote steden als Rotterdam, Dordrecht en Gorinchem blijven de kerken gespaard. Waarom?

Collage

Foto’s: Historisch Museum Den Briel

Roel Slachmuylders doet in het Historisch Museum Den Briel een soort kijkkast open. Daarin liggen de mariabeeldjes en de twee metalen boekbanden. “Ze zijn teruggevonden in de Langestraat”, vertelt de wetenschappelijk medewerker. “Dichtbij een plek waar in 1566 gebroken is. Het zijn dus heel erg waarschijnlijk de enig overgebleven resten.”

Honger
De beeldenstorm in 1566 volgt op een periode van misoogsten. Er is veel honger. “Daardoor hing er een revolutionair klimaat”, zegt Slachmuylders. “En er zat gewoon iets te gebeuren. Mensen wilden iets aan hun situatie doen en bij de kerk was geld zat.”

Maar de beeldenstormers hebben meer drijfveren behalve hun lege maag. Aanhangers van de nieuwe gereformeerde godsdienst moeten niets hebben van de verheerlijking van heiligen door de Katholieke Kerk. Aanhangers van beide godsdiensten botsen die eeuw overal in Europa. In Duitsland en Frankrijk woeden al godsdienstoorlogen en het wachten is tot de vonk ook zou overslaan naar ons land.

Dat gebeurt uiteindelijk in de zomer van 1566. In het zuidwesten van Vlaanderen worden de eerste kerken bestormd en de beelden gesloopt. Daarna verspreidt de beeldenstorm zich als een wervelwind richting het noorden, totdat eind augustus onze regio wordt bereikt.

Beeldenstorm (foto: Wikipedia)

Beeldenstorm (foto: Geschiedeniswerkplaats Dynamiek en stagnatie. Noordhoff Uitgevers)

Heenvliet
“Men is niet zozeer in Brielle begonnen, maar in het naastgelegen Heenvliet”, vertelt Slachmuylders. “Daar zijn toen drie mannen, een herbergier, een smit en een glazenmaker, de plaatselijke parochiekerk binnengegaan en wat beelden en wat glaswerk stukgeslagen. Daarna hebben ze zich snel uit de voeten gemaakt. Ze waren er niet gerust op dat hun actie geen gevolgen zou hebben.”

Een dag later wordt het nieuws bekend in Brielle. “Daar hadden ze zoiets van: als ze in Heenvliet iets doen, dan kunnen wij niet achter blijven”, zegt Slachmuylders. “Toen heeft men de kloosterkerken aangevallen. De parochiekerken lieten ze met rust.”

Vooral ambachtslieden ontpoppen zich tot beeldenstormers. Mogelijk zijn sommige mensen er zelfs voor betaald om mee te doen, waarschijnlijk zelfs door een stadsbestuurder die tegen het katholicisme was. “Maar het waren niet alleen ambachtslieden die meededen”, gaat Slachmuylders verder. “Een schout, zeg maar een politiecommissaris, dat is degene geweest die hier in Brielle de beeldenstorm op gang heeft gebracht. Stel je voor: dat nu de politiecommissaris gaat helpen de ruiten stuk te slaan van het stadhuis en dan ‘Leve de Republiek’ gaat spuiten op portretten van de Koning en de Koningin. Dat is toch wel apart.”

Onderzoek
Bleven die acties zonder gevolgen? Nee. “Er zijn wat rapporten opgemaakt, maar die dateren van ruim een jaar later”, zegt Slachmuylders. “Als de landvoogdes Margharetha van Parma de zaken onder controle heeft, gaan de eerste commissarissen op pad om te onderzoeken wat er is gebeurd en wie erbij betrokken was. Dan ging het om mensen die inmiddels gevlucht waren. Dat was een van de belangrijkste argumenten om te bepalen of iemand schuldig was of niet. Als hij was gevlucht, dan was hij waarschijnlijk wel schuldig geweest. En dus werden die mensen op een lijstje geplaatst en werden later door Alva en de Bloedraad verbannen ‘op straffe des doods’.”

De Briellenaren die zijn verbannen verliezen hun baan en al hun bezittingen.  Als ze ook nog eens gepakt zouden worden, raken ze ook nog eens hun hoofd kwijt. Van drie mensen, op een lijst van tachtig, is bekend dat ze zijn geëxecuteerd.

Kaart: Wikipedia

Kaart: Wikipedia

Uitzondering
Roel Slachmuylders gaat verder met de rondleiding. Hij laat een kaart zien van ons land vlak voor het uitbreken van de tachtigjarige oorlog. Daarop is precies te zien welk gebied is getroffen door de Beeldenstorm. Onze regio lijkt vrijwel geheel te zijn overgeslagen, met uitzondering van Brielle, Heenvliet en Schiedam.

“Daar is eigenlijk geen goede verklaring voor te geven”, legt Slachmuylders uit. “We weten er niet zoveel over. Het kan zijn dat in een regio zoals in Rotterdam de economische situatie toch net ietsjes beter was. Het was tenslotte een groeiende stad.”

Andere mogelijkheden zijn dat in Brielle het georganiseerde verzet tegen het Katholicisme net iets verder is ontwikkeld. Het blijft onduidelijk.

Meerdere beeldenstormen
De omgeving krijgt in 1566 overigens nog een keer te maken met de beeldenstorm, een paar maanden later. Tijdens Allerheiligen, in november, wordt de parochiekerk van Heenvliet een tweede keer bestormd. In Brielle worden altaren dan uit voorzorg weggehaald.

“Maar uit overheidswege is toen besloten om alle gesloopte altaren en beelden wel te vervangen”, zegt Slachmuylder. “Dat is een jaar later ook gebeurd. Maar toen, een paar jaar later in 1572, kwamen de Geuzen langs en dan heb je opnieuw een beeldenstorm. Die gingen heel grondig te werk. Daarmee was het wel definitief en toen zijn de katholieke uitingen op korte termijn niet meer teruggekomen.”

Saillant is wel dat het verhaal van de Martelaren van Gorinchem, die in Brielle zijn omgebracht, ervoor hebben gezorgd dat sinds de 19e eeuw Brielle juist een van de belangrijkste katholieke bedevaartsoorden van Nederland is geworden.