Het is een van de grootste branden na de Tweede Wereldoorlog in onze regio. Het maakte van Heijplaat een ontoegankelijk rampgebied. Ook nu nog staat veel mensen de brand bij CMI uit 1996 in het geheugen gegrift. Keilehaven (foto: Google Earth) CMI is een transport- en overslagbedrijf aan de Keilehaven in Rotterdam, vlakbij de dichtbevolkte woonwijk Spangen. Op het terrein liggen veel spullen opgeslagen. Daar zitten ook chemische stoffen bij, zo blijkt. Op woensdagochtend 28 februari 1996 komt een medewerker van CMI loods 29 binnen. Hij ziet dat een groot blauw vat is omgevallen en op wat witte vaatjes is terechtgekomen. Die zijn stuk gegaan en er komt een soort wit poeder uit. Het is calciumhypochloriet. Als de medewerker van CMI hulp gaat halen om de boel op te ruimen en het omgevallen vat weer op zijn plaats te zetten, begint het poeder te roken. De reactie veroorzaakt warmte, waardoor ook in de andere vaatjes de druk toeneemt. Binnen een paar minuten klinken de eerste explosies, waarbij extra zuurstof vrijkomt. Dat zorgt ervoor dat korte tijd later de hele loods in lichterlaaie staat. Het is net kwart voor elf geweest als de brand uitbreekt. De rook die uit de loods komt, is niet zwart, maar bruinrood door de chemische stoffen die in brand staan. Er staat die dag een ongebruikelijke noordoosten wind. Daardoor gaat de wind niet over Spangen heen, maar de rivier over. Daar liggen Heijplaat, Pernis en Hoogvliet. Verderop ligt Spijkenisse. De brandweer krijgt alarmerende berichten van CMI. Er liggen allerlei chemische stoffen opgeslagen. Er gaan 70 brandweermensen naar de Keilehaven en ook vier blusboten gaan die kant op. Brand bij CMI (Beeld uit Vergeten Verhalen van TV Rijnmond) Gevaarlijke rook Brandweermensen die aankomen bij CMI zien dat de brand inmiddels is overgeslagen naar andere loodsen. Maar dat is niet het grootste probleem. Dat is de rook. Aan de Lekhaven ligt op dat moment een schip voor anker. Een van de bemanningsleden ziet dat het ‘mistig wordt’. “Maar het was geen mist, het bleek een enorme brand te zijn”, zegt hij tegen Radio Rijnmond. “Ik ben toen naar beneden gerend en begon meteen enorm te hoesten. Ik heb de chefkok erbij gehaald en heb de werktuigkundige wakker gemaakt. Het hele schip hing meteen vol met rook. Buiten was het nauwelijks meer mogelijk om normaal te ademen. We zijn toch van boord gekomen en onder de rookwolk door naar veilig gebied gegaan.” In de directe omgeving van het bedrijf worden zeventien mensen (waaronder de vijf opvarenden van het schip) overgebracht naar het ziekenhuis met ademhalingsproblemen. Ze kunnen allemaal een paar uur later weer naar huis. Roodbruine rook bij brand CMI (Beeld uit Vergeten Verhalen van TV Rijnmond) Ramen en deuren sluiten Burgemeester Peper wordt op de hoogte gesteld van de situatie. Hij roept de rampenstaf bijeen. Het ziet ernaar uit dat de rookwolk met daarin een mogelijk giftige stof over bewoonde gebieden trekt. In Pernis, Hoogvliet, Heijplaat en Spijkenisse laat Peper de sirenes afgaan. Mensen moeten naar binnen, ramen en deuren gesloten houden en geautomatiseerde ventilatie sluiten. Ook rijden er geluidswagens rond. Mensen mogen de vier aangewezen gebieden ook niet meer in. Op de Maas wordt het scheepvaartverkeer stilgelegd. Radio Rijnmond wordt door burgemeester Peper aangewezen als rampenzender. Veel verslaggevers zijn dan al een tijdje in de weer met de gevolgen van de brand. Bewoners uit de getroffen gebieden bellen naar Rijnmond en doen hun verhaal in de uitzending. “Ik was net bezig met de ramen te zemen”, zegt een mevrouw uit Heijplaat. “Dus je ruikt het nu ook wel binnen, want alle ramen stonden open. Ik hoop dat we niet geëvacueerd hoeven te worden.” Ondertussen worden oranje deeltjes gevonden in de omgeving van de Keilehaven en Heijplaat. “We weten nog niet wat het is, maar je moet er vooral vanaf blijven”, zegt de brandweer. Na drie uur blussen lijken brandweerlieden voor het eerst vooruitgang te boeken. De roodbruine rook is veranderd in witte rook. “Witte rook is goed”, zegt politiewoordvoerder Anne Geelof. “Er komen geen gevaarlijke stoffen meer vrij.” Vrij snel daarna mag iedereen in Spijkenisse weer naar buiten. Ook Hoogvliet en Pernis worden weer veilig verklaard voor de bewoners. Alleen Heijplaat blijft afgesloten gebied voor alles en iedereen. Inwoners worden opgevangen in De Wielewaal in Charlois. Verslaggeefster Anneloek Sollaert ziet dat er een lange rij staat bij de telefoon. In de Wielewaal worden vele tientallen Heijplaters opgevangen. En ze maken er een gezellige middag van, want “je moet toch wat”. Ze moeten nog uren geduld hebben. Veel vragen Aan het einde van de Keilehaven, bij de afzetting aan de Vierhavenstraat, staat ondertussen Tweede Kamerlid Remi Poppe (SP) te kijken. “Rotterdam is aan een ramp ontsnapt”, concludeert hij. “Als de wind zoals normaal uit het zuidwesten komt, dan was al die rook zo over Spangen heengetrokken.” De Kamervragen van Poppe aan het adres van de Ministers De Boer en Dijkstal zijn dan al onderweg. Want hoe kan in een bedrijf vlakbij een woongebied zoveel chemische stoffen zijn opgeslagen? Ook burgemeester Peper zit vol vragen. Tijdens een interview met verslaggever Lucas Bolsius (later zelf wethouder en burgemeester) krijgt hij een briefje in zijn handen gedrukt. Daarop staat dat CMI nog maar enkele weken geleden de milieudienst Rijnmond (DCMR) op bezoek heeft gehad. De dienst blijkt nogal wat aanmerkingen te hebben over de hoeveelheid stoffen en de manier waarop ze staan opgeslagen. De DCMR geeft het bedrijf twee weken om alles in orde te maken. Na die periode vraagt CMI om extra tijd. Officieel heeft de DCMR dat verzoek nog in behandeling, maar er is al een brief in de maak waarin burgemeester Peper wordt geadviseerd om ‘nee’ te zeggen tegen het verzoek. Dat zou in feite neerkomen op sluiting van het bedrijf. Het nablussen van de brand bij CMI duurt dagen. Omdat CMI geen geld heeft voor sanering van het bedrijfsterrein, ruimt gemeentewerken Rotterdam alle spullen op. Dat is geen kleine klus, want er is zo’n 520 ton aan chemicaliën achtergebleven. Juridische afwikkeling De directeur wordt veroordeeld tot een voorwaardelijke celstraf van 12 maanden en een boete van een kwart miljoen gulden voor het verkeerd opslaan van chemicaliën. De gemeente Rotterdam krijgt een flinke veeg uit de pan vanwege het gebrek aan toezicht. Meerdere verzekeraars spannen een rechtszaak aan. De rechter doet in 2004 uitspraak. De gemeente Rotterdam had beter toezicht moeten houden en eerder moeten ingrijpen, vindt de rechter. Daarom moet de gemeente de schuldeisers schadeloosstellen. Er volgt een hoger beroep in 2011, maar de gemeente verliest dat. CMI is dan al meer dan 15 jaar failliet.