Ook Rotterdam had een eigen provo-scene Dave Datema 29 september 2015 +6 Als je provo zegt, dan denk je bijna automatisch aan Amsterdam. De protestbeweging van halverwege de jaren ’60 is ook voornamelijk in Amsterdam actief, maar dat wil niet zeggen dat provo’s er niet in geslaagd zijn om ook in Rotterdam voet aan de grond te krijgen. Provo’s in Rotterdam. Foto: Jan Voets, Anefo. Nationaal Archief Het is lastig om het verschijnsel provo uit te leggen. Misschien komt de omschrijving ‘hangjongeren met een politieke mening’ nog het dichtst in de buurt. Het begrip provo wordt geïntroduceerd door onderzoeker Wouter Buikhuisen in zijn onderzoek Achtergronden van nozemgedrag. Het woord verwijst naar provoceren. Zowel de provo’s als de nozems zijn anti-autoritair. Thom Holterman is samen met zijn broer Arnold een ‘prominente provo’. Hij is bevriend met Roel van Duijn, die wordt gezien als een van de oprichters van de Amsterdamse provo-beweging. “Mijn broer Arnold en ik zaten bij de Rotterdamse afdeling van de Ban de Bom-groep”, legt Holterman uit. “Dat was een beweging gericht tegen het gebruik van atoomwapens.” “Ik kom zelf uit antimilitaristische hoek en ging me verdiepen in het anarchisme”, blikt Holterman terug. “Met het marxisme en maoïsme (vormen van socialisme, DD) had ik niet zo veel, vanwege hun autoritaire houding. Wij hadden meer met een alternatieve en vredelievende maatschappij.” De latere ontwikkeling van provo in Rotterdam Provo wordt geboren in Amsterdam. Het hoogtepunt van de beweging is de verstoring van de trouwerij van prinses Beatrix en prins Claus. Tijdens de rijtoer steken de plaatselijke provo’s rookbommen af. De beelden gaan de hele wereld over. In Rotterdam staat de provo-beweging dan nog in de kinderschoenen. Evenementen, ook wel een happening genoemd, zijn hier nog niet geweest. “De provo-beweging is vooral ontstaan uit middelbare scholieren”, zegt Holterman. “Een deel daarvan ging door naar Amsterdam. Vandaar de voorsprong. Daar komt bij dat Rotterdam een andere bevolkingssamenstelling heeft.” Foto: Jan Voets, Anefo. Nationaal Archief. Ondanks enkele kleine bijeenkomsten, duurt het tot halverwege 1966 voordat ook Rotterdam zijn eerste provo-happening kent. Op 14 mei 1966 wordt op het Hermesplantsoen (tussen de Oude en Nieuwe Binnenweg) een bijeenkomst gehouden. Rond elf uur staan er ongeveer honderd tot tweehonderd jongeren bij het standbeeld van Fikkie, een klein hondje, dat tegenwoordig op de Oude Binnenweg staat. De happening zou om elf over elf beginnen. Het onderwerp: het leefbaar maken van Rotterdam, met meer groen, goedkoper openbaar vervoer en meer uitgaansgelegenheid (‘beatclubs’). De politie is op de hoogte van de bijeenkomst en houdt de boel in de gaten. Als dan om elf over elf voorman Joop Stolk, broer van de bekende Amsterdamse provo Rob Stolk, op het beeld van Fikkie klimt om het woord te voeren, grijpt de politie in. De happening is een verstoring van de openbare orde en mag niet doorgaan. Gearresteerd provo naar een ‘Happening’ (provo-bijeenkomst). Foto: Jan Voets, Anefo. Nationaal Archief Stolk roept de aanwezigen op om, in tegenstelling tot in Amsterdam, gewoon rustig weg te gaan. Als er dan een paar korte spreekkoren klinken tegen de oorlog in Vietnam, grijpt de politie toch in. Stolk wordt opgepakt en met hem 23 anderen. Een dag later (op zondag!) komt een deel van de jongeren voor de rechter. De rechter is niet mild: “Rotterdam kan deze dingen niet hebben. Daarvoor is Rotterdam een te werkzame stad.” Er worden straffen van zes dagen cel uitgesproken. En niks voorwaardelijk. Gewoon zes dagen. Protest blijft Is het daarmee meteen gedaan met de Rotterdamse provo-beweging? Nee. De provo’s komen elke zaterdag bij elkaar. Eerst bij het Hermesplantsoen, bij het beeld van Fikkie, maar later op andere plaatsen, omdat de politie de provo’s steeds opwacht. Steeds pakt de politie meerdere provo’s op, die dan worden veroordeeld tot enkele dagen cel. Nieuwe Generatie In Rotterdam is inmiddels ook een tweede provo-beweging ontstaan: De Nieuwe Generatie. Bij de oprichters horen ook Arnold en Thom Holterman. In het najaar van 1966 komen ze in het nieuws. Ze bezoeken de huishoudbeurs Femina. Ze zijn er, omdat ze in gesprek willen met burgemeester Thomassen en één van zijn wethouders die op de beurs aanwezig zijn. Ze eisen een eigen plek in de stad. “Het was de groep Nieuwe Generatie die het voor elkaar kreeg dat er een eigen centrum kwam voor jongeren, de Leiperd”, vertelt Thom Holterman. “Die zat onder de Willemsbrug.” Daarmee was een van de belangrijkste doelen van de provo-beweging bereikt. Holterman: “Een eigen plek voor de ongebonden jeugd. Veel van het jeugdwerk was in die tijd gericht op het verenigingsleven. Toen de Leiperd eenmaal draaide hebben we het aan de jeugd overgedragen, waarna die de naam heeft gewijzigd in Flaming Star”.