Het is de grootste ontruiming in onze regio sinds de watersnoodramp. In hartje Rotterdam moeten duizenden mensen voor één dag huis en haard verlaten. De reden: de Bellebom. “Hij lag hier ongeveer een meter of tien naar rechts”, zegt oudpolitieman Willem Post, toen aan het werk in Rotterdam‐West. “Best knap eigenlijk. Zo tussen de rijen met huizen in.” De Bellebom ligt inmiddels in het museum ’40-’45 NU aan de Coolhaven in Rotterdam. De Bom De Bellebom is een zogeheten ‘duizendponder’ die is gedropt door de Britse luchtmacht in 1944. Het doel van het bombardement op 29 november 1944 was het hoofdkantoor van de Sicherheitsdienst aan de Heemraadsingel. Bij het bombardement kwamen 61 mensen om het leven. “Maar niet alle bommen zijn afgegaan”, vertelt Post verder. “Ene mevrouw Ottenberg, die toen hier ook al woonde, heeft gezien dat hier een bom was neergekomen. Maar die was nooit ontploft.” “Voordat hier een tuintje was, lag hier een sloot”, legt Post verder uit. “De grond was zacht en werkte als een soort kussen. De bom zakte verder de grond in en werd vergeten.” Brief Mevrouw Ottenberg stuurt in 1987 een brief over de bom naar de gemeente Rotterdam. Die neemt de brief serieus. Er wordt een operatie in gang gezet om de Bellebom (vernoemd naar de vlakbijgelegen Bellevoystraat) weg te halen. Maar daarvoor moet wel de hele wijk Middelland geëvacueerd worden. En dat is geen kleine klus. Post wijst het gebied aan dat ontruimd moest worden. “Vijfhonderd meter breed in totaal. Van de Middellandstraat tot aan de ’s Gravendijkwal. Dat is nog al een gebied. Daar wonen zo’n 7.000 mensen.” Er verscheen rondom de ruiming van de Bellebom zelfs een speciale Bellebom-krant. Foto: Stadsarchief Rotterdam. Megaoperatie Er wordt voor een zondag gekozen: 27 maart 1988. En de gemeente Rotterdam trekt alles uit de kast om de klus af te krijgen. Er verschijnt zelfs een speciale informatiekrant: de Bellebomkrant. Radio Rijnmond wordt ingeschakeld als een soort rampenzender, met de hele dag nieuws over de ontruiming. “Je weet pas hoeveel huisdieren mensen hebben als je een woonwijk gaat ontruimen”, lacht Post. “Honden, katten, konijnen, cavia’s, noem het maar op. Je kan het zo gek niet bedenken. Je komt de meest rare dieren tegen.” “Ja, het was me een klus”, zegt Post. “Want iedereen in die straal direct om de bom moest weg. Maar niet iedereen ging vrijwillig. Mensen voelden zich getroffen in hun privacy, in hun leefomgeving. Die accepteerden dat zomaar niet en hadden daar een eigen mening over. Ik ga mijn huis niet uit; die bom ligt driehonderd meter verderop. Punt uit.” Dwang Niks punt uit. Mensen moesten weg of ze nu wilden of niet. Hier en daar moesten ze dus overgehaald worden. “Ik denk dat het er ongeveer twintig zijn geweest die we met kop en kont in het politiebusje gezet.” Maar Post wijst ook op de zielige gevallen. Mensen die al twintig jaar hun huis niet uit geweest waren. Die had je ook. “Dan bel je aan en zeg je ze dat ze hun huis uit moeten”, zegt Post. “Voor een bom? Maar de oorlog is toch allang afgelopen? Sorry mevrouw, u moet toch mee.” De gemeente Rotterdam heeft voor deze mensen een sporthal geregeld. Daar kunnen duizenden mensen opgevangen worden, maar er zitten en slechts tientallen, misschien honderd. Staartstukken Ook het verwijderen van de bom verloopt voorspoedig. Op zes meter diepte werden twee staartstukken van de bom aangetroffen. Als goedmaker voor alle overlast, krijgen bewoners van de Bellevoystraat een levensmiddelenpakket aangeboden van de gemeente. Het eerste pakketje was voor mevrouw Ottenberg, de vrouw die de gemeente wees op de Bellebom. Museumstuk De bom ligt inmiddels in het museum Rotterdam ’40-’45 NU aan de Coolhaven in Rotterdam. Hij maakt deel uit van de collectie van het Historisch Museum Rotterdam. Het record van de grootste ontruiming in onze regio sinds de watersnoodramp blijft negen jaar staan. Bij de ontruiming in Gorinchem en omgeving (1995) worden meer dan 15.000 mensen geëvacueerd. Meer weten over de Bellebom. Bekijk dan de website van het Stadsarchief Rotterdam.